Meervoudig wereldkampioen snowboard Seppe Smits
Het oorspronkelijk plan was om samen een paar dagen naar de bergen te gaan. Ergens een splitboardtrip, een trainingskamp, in de poeder spelen…, doen wat we graag doen: snowboarden. Covid-19 bleek echter al snel een onverbiddelijke spelbreker. Reizen werd moeilijk, zo niet onmogelijk, skigebieden deden vroegtijdig de deuren dicht en voor je het wist was die winter al weer lang voorbij. Voor het actieve snowboardgedeelte van dit verhaal maken we vast nog wel eens een andere afspraak, voor nu schuiven we aan bij snowboarder Seppe Smits – gespecialiseerd in slopestyle en big air – voor een openhartig gesprek.
Dat hij de sneeuw en bergen mist, vertelt Seppe Smits. “Normaal ben ik jaarlijks van begin augustus tot half september in Nieuw-Zeeland om te trainen. Afgezien van een korte trip in augustus heb ik de laatste maanden amper op sneeuw gestaan. Ik train veel indoor om het gevoel te onderhouden, maar het verschil is groot. Indoor zijn de jumps ook niet zo hoog. Als ik in Snow Valley (Peer) moeite doe, extra snelheid neem en hoogte maak, raak ik het dak.”
Snowboarden als roeping
In 2011 leert België Seppe Smits kennen. Hij wordt dan voor de eerste keer Wereldkampioen Slopestyle. In de besloten snowboardwereld is dan al lang duidelijk wat Seppe in zijn mars heeft, voor de buitenwereld is het een spectaculaire eerste ontmoeting.
“Mijn ouders waren fervente skiërs,” vertelt Seppe. “Toen ik drie was hebben zij mij, net als mijn broer, voor het eerst op ski’s gezet tijdens de jaarlijkse familievakantie in Gerlos. Doorheen de jaren kwamen er steeds meer snowboarders op de pistes. Dat wilden mijn broer en ik ook wel eens proberen. De eerste keer was op de piste van Casablanca in “s Gravenwezel, waar we een zomerkamp volgden. De volgende winter op familievakantie wisselde ik ski en snowboard af. Een van de monitoren in Gerlos zei toen tegen mijn ouders dat mijn broer en ik wel talent hadden. En dus gingen wij wekelijks indoor snowboarden. Eerst volgden wij slalomtrainingen tot we merkten dat er naast die piste ook een klein funpark was. Een halfuurtje spelen na de training veranderde al snel in stiekem naar het funpark sluipen tijdens de slalomtrainingen. Toen in Peer een freestyle-team werd opgericht, konden we daarbij trainen.” Samen met broer Anthony, Kevin Bronckaers (nu topsporttrainer snowboard), Christophe Reynders (die als zestienjarige België de eerste podiumplaats in het wereldbekercircuit snowboard ooit bezorgde) en snowboarder Wouter Delanghe vormde Seppe een hechte groep. “We brachten elkaar naar nieuwe hoogtes. Kon iemand een nieuwe trick, dan wou een andere dat ook kunnen, liefst nog iets hoger en spectaculairder. Er was een gezonde concurrentie tussen ons. Wij waren samen om tricks te ontcijferen en het mechanisme erachter te leren begrijpen. En er was altijd wel iemand gek genoeg om nog iets moeilijker te proberen – de rest zou wel volgen. Als kind probeerde ik allerlei sporten uit, maar snowboarden was de eerste sport waarin ik zo gedreven was mezelf uit te dagen, risico’s te nemen en nieuwe dingen te leren. Als ik er nu zo op terugkijk, moet snowboarden echt wel mijn roeping geweest zijn.”
Mag ik daaruit ook opmaken dat school niet meteen de roeping was?
Seppe Smits: “Tja, dat was toch wel iets minder. Enkel voor de vakken die me interesseerden, haalde ik wel goede punten. En ik was natuurlijk ook steeds minder op school. Maar omdat ik zo vaak weg was en met andere rijders steeds Engels sprak en ik een Franstalige trainer (Jean-Valère Demard) heb, nam ik in de taalvakken toch wel een voorsprong op de rest van de klas. Ik heb dan toch geprobeerd als industrieel ingenieur verder te studeren. De mogelijkheden die zo’n richting bieden, leken me heel handig, maar de combinatie van snowboarden en studeren was veel te moeilijk. Na een jaar was ik slechts voor twee vakken geslaagd. De keuze om full time te gaan boarden was dan ook snel gemaakt.”
The fridge kid
De laatste keer dat wij het checkten, had België niet meteen bergen en ook sneeuw is geen enorme troefkaart van ons land. Wil je iets betekenen op de sneeuw, zal je vaak de indoorskihallen moeten opzeken. Seppes bijnaam als The Fridge Kid in de internationale snowboardfamilie bleef dan ook niet lang uit.
“Indoor is zeker niet slecht om de basis te leren. De weersomstandigheden en de condities zijn steeds goed en je kan op erg korte tijd erg veel herhalingen doen. Maar je zit ook wel snel aan je limiet en rijdt steeds dezelfde rails en jumps. Zo merk ik bijvoorbeeld dat de jongere generatie vaak niet zo goed is in het inschatten van snelheid. Indoor vertrek je steeds van hetzelfde punt met dezelfde snelheid. Buiten moet je rekening houden met de wind, de snelheid na je landing én de snelheid die je nodig hebt voor je tweede en derde sprong. Dat kan je indoor nooit leren. En natuurlijk, moet je naar de bergen voor de echt grote jumps. Indoor ben je snel beperkt tot zes à zeven meter. Wereldbekerwedstrijden slopestyle gaat over jumps tot twintig meter ver, dat is drie keer zo ver dan indoor.”
Die snowboardfamilie mag dan wel gretig met bijnamen smijten, het onderling respect is bijzonder groot.
“We doen een extreme sport, nemen risico’s en zetten vaak ons leven op het spel. Als een concurrent dan iets waanzinnig doet, weten wij hoeveel toewijding en inzet daar aan vooraf gaat. Maar, je krijgt ook een beter gevoel over een overwinning wanneer de rest ook op een hoog niveau staat. Wanneer iedereen het beste van zichzelf geeft en jij doet dan nog beter, geeft dat meer voldoening. Liever zo dan gewoon geluk hebben en een titel pakken.”
Professioneel topsporter
Hoe ziet een dag in het leven van Seppe Smits eruit?
“In de bergen is alles afhankelijk van het weer. Bij mooi weer sta ik tussen de drie en zes uur op mijn snowboard op de berg. Ik sta vroeg op, begin elke dag met een yogasessie en een uitgebreid ontbijt. Ik hou er niet van om na twee uur boarden reeds te stoppen en een lunchpauze in te lassen, ik neem een paar graanrepen en doe gewoon door. Als ik op hotel ben, is er vaak iets meer tijd om te rusten of ik doe nog een sessie in de fitness of een krachttraining. Als er ’s anderdaags slecht weer wordt voorspeld, durf ik wel eens mijn lichaam tot het uiterste te drijven. Als er gefilmd is, doen we vaak nog een nabespreking en analyse van de beelden. En ik moet natuurlijk ook regelmatig mijn snowboard waxen. ’s Avonds stretch ik nog, ik beantwoord mails, kijk een serie of lees een boek en probeer toch rond tien, elf uur in bed te liggen. De dagen zijn meestal goed gevuld, hoor. Wanneer ik in België ben, begin ik ook steeds met yoga en een uitgebreid ontbijt. De voormiddag doe ik een korte training en wat alledaagse dingen. ’s Middags doe ik meestal een langere training. Dat kan krachttraining zijn maar ook conditietraining. Ik ben een van die mensen die tijdens de lockdown meer is beginnen fietsen. Ik probeer nu wat langere ritten te doen en trek er al eens graag met de mountainbike op uit, dat is een goede intervaltraining.”
Je bent nu professioneel snowboarder. Lukt dat financieel?
“Sebbe De Buck en ik zijn de enige twee professionele snowboarders in België, de enigen die door onze sponsors betaald worden en daar ook van kunnen leven. Bij mij is dat dan Redbull, Skoda en Absolute Park als persoonlijke sponsors. Daarnaast krijg ik steun van Sport Vlaanderen die een groot deel van de trainingsstages en officiële wedstrijden voor hun rekening nemen. Mijn sponsorgeld wordt gebruikt voor de eigen trips en natuurlijk ook om te leven. Ik ga er niet rijk van worden maar ik kom wel rond. Als ik prijzengeld win, is dat een extra bonus waarmee ik kan sparen. Het is zeker geen tennis of voetbal waar ik een riant inkomen aan overhou. Maar, ik zou mijn leven voor geen geld van de wereld willen ruilen. Ik ben 100% tevreden met de kwaliteit van mijn leven en ik wil daar zo veel en zo lang mogelijk van genieten.”
Snowboarders – en zeker freestylers – hebben nogal een imago van feestvierders die liever fuiven dan trainen.
“Na een goed resultaat op een wedstrijd en enkel wanneer er de volgende dag niets anders gepland staat, kan dat wel eens gebeuren dat we naar de bar gaan. Heel af en toe loopt dat wel eens uit en wordt dat een feestje. Maar meestal ga ik na een paar drankjes – regelmatig alcoholvrij tegenwoordig – gewoon slapen. Rust is belangrijk en als ik alcohol drink, slaap ik minder goed. Ik merk ook dat met ouder worden ik er gewoon minder goed tegen kan. Vroeger werden snowboarders inderdaad niet als topsporters beschouwd maar ondertussen ligt het niveau zo hoog, komt er zoveel impact op je lichaam. Je moet echt een goede focus hebben, je lichaam verzorgen en klaar zijn voor zware dagen op de berg.”
Met 29 jaar ben je zo onderhand de ouderdomsdeken van de doorgaans jonge freestylers. Heeft dat een impact, lichamelijk of mentaal?
“Op vlak van motivatie heb ik alvast geen enkel probleem. Ik steek nu wel veel meer tijd in de voorbereiding: ik zorg dat ik een betere visualisatie in mijn hoofd heb dan vroeger. Ik wil zeker zijn dat ik op mijn voeten land, dus de risico’s zijn beter berekend. Als ik vroeger viel, klopte ik de sneeuw van mijn kleren, ging naar boven en probeerde ik opnieuw. Nu blijf ik liggen, voel of ik alles nog kan bewegen en ben achteraf drie dagen stijf. Maar leeftijd heeft ook wel voordelen: er zijn tricks die ik al jaren doe en die een goede basis vormen om op voort te bouwen. Ik heb ook veel minder stress op wedstrijden. Maar, er zal zeker een kantelpunt komen waarbij er meer nadelen dan voordelen verbonden zijn aan mijn leeftijd. Momenteel kan ik nog zeker mijn mannetje staan tussen het jonge geweld.”
Snowboarden was echter de eerste sport waarin ik zo gedreven was mezelf uit te dagen, risico’s te nemen en nieuwe dingen te leren.
Kijken die jonge gasten naar jou op?
“Echt opkijken weet ik niet, maar ik voel wel dat er veel respect is. Ik heb ook al waanzinnig veel posters moeten handtekenen. Ik denk dat ik ergens wel op een aantal slaapkamers van jonge boarders hang. Dat is tof.”
Je staat ergens hoog op de berg. Er knalt pompende muziek uit de boxen. Adrenaline giert door je lichaam. Voor je zie je een enorm hoge sprong en een reeks rails of ander fraais. Waar denk jij aan voor je aan je run begint? Hoe wordt het rustig in je hoofd?
“Ik kijk recht naar de afzet en speel de hele run in mijn hoofd af. Ik wil alle tricks en de run helemaal in mijn hoofd hebben en ik wil op elk moment van de run weten wat er gaat gebeuren, wat ik zal zien wanneer ik in de lucht hang en hoe ik mezelf kan redden, mocht het fout lopen.”
Zitten er nog nieuwe tricks in het hoofd? Moet de beste Seppe Smits nog komen?
“Ik heb nog steeds nieuwe tricks in mijn hoofd zitten, maar die zitten daar al een tijdje. Het probleem is dat de goede trainingsmaanden steeds aan het begin van het seizoen zitten. De laatste twee seizoenen was ik aan het begin van het seizoen telkens geblesseerd en daardoor kwam ik ook niet helemaal top voor de dag tijdens de eerste wedstrijden. Tegen het eind van het seizoen ging het beter, maar toen kwam de lockdown. Op de eerste nieuwe trainingscamps zal het zaak zijn de oude tricks nog eens goed te herhalen, zodat die er terug in zitten.”
Over euforie en ontgoocheling
Stel dat je uit je rijk gevulde trofeeënkast slechts een overwinning mag behouden. Welke zou dat zijn en waarom?
(twijfelt lang): “Mijn meest memorabele overwinning blijft toch het Wereldkampioenschap Slopestyle in 2017. De ochtend van de finale wou ik op training een trick eens op een andere manier proberen. Het was nog vroeg en ijzig en ik ben toen van een driemeterhoge container naar beneden geschoven en plat op mijn rug op een ijsplaat gevallen. Ik ben daar zeker vijf minuten blijven liggen, mijn rug zat helemaal geblokkeerd. Voor de finale begon, deed ik nog twee trainingsruns. Tijdens de wedstrijd was ik meer bezig met warm blijven en lag de focus meer op mijn lichaam dan op de wedstrijd. Mijn eerste run viel ik op de laatste rail. Voor mijn tweede run had ik totaal geen verwachtingen, ik wou gewoon heelhuids beneden geraken. Ik had geen enkel idee wat de andere deelnemers hadden gedaan of hoeveel punten zij hadden. Bleek dat ik tien punten meer scoorde dan de persoon die op dat moment eerst stond. Het overviel me volledig. Toen ik de eerste keer wereldkampioen werd in 2011, was dat allemaal nog veel minder ernstig en professioneel voor mij. Snowboarden kwam toen amper in de media en daardoor besefte ik veel minder wat ik gepresteerd had. Doorheen de jaren is die belangstelling gegroeid, ben ik naar de Olympische Spelen geweest en daardoor was ik me meer bewust van welke impact deze overwinning op mijn carrière zou hebben.”
Topsport gaat echter niet steeds om leuke dingen en overwinningen. Verlies hoort daar ook bij. Wat is de grootste ontgoocheling uit je carrière?
“Oei, die vraag heb ik eigenlijk nog nooit gehad. (denkt lang na). Ontgoocheling blijft me waarschijnlijk minder lang bij want ik probeer uit mijn fouten te leren waardoor ik die niet langer als ontgoocheling beschouw. De Air & Style in München kan ik wel als ontgoochelend beschouwen. Op die wedstrijd geldt dat je dezelfde trick maximaal twee keer mag doen. Ook al val je tijdens je eerste twee runs, de derde run moet andere tricks bevatten. In München was er een jump en een rail op het parkoers. Mijn tweede run had ik een perfecte cab 12 gedaan, die kon ik echt niet beter landen. Dus besloot ik voor de derde run een cab 1440 te doen. Het was pas de tweede keer in mijn leven dat ik die trick zou doen. Ik landde hem perfect en ook mijn rail was bijzonder goed. Maar… de trick op de rail had ik reeds twee keer eerder gedaan. Ik had de hoogste score van de dag op de sprong, maar geen punten op de rail en ben zo uiteindelijk tweede geworden. Had ik op de rail gewoon een erg simpele trick gedaan, was ik gewonnen. Ik was zo gericht op mijn sprong en in de flow van die perfecte jump dat ik het wedstrijdformaat eigenlijk vergat. Het is niet echt een teleurstelling, maar daar baal ik nog steeds van. Air & Style is een heel prestigieuze wedstrijd, ik ben vier keer op vier verschillende plaatsen tweede geweest. Ik had toch graag ook eens gewonnen.”
Als je nu een tussentijdse balans opmaakt, is je loopbaan verlopen zoals je in je hoofd had toen je aan dit avontuur begon?
“Ik heb eigenlijk nooit een echt doel of een voorbeeld gehad. Ik was de eerste Belg die op wereldniveau meedraaide. Elke stap was een nieuwe ontdekking maar het zat nooit in mijn hoofd om wereldkampioen te worden of naar de Olympische Spelen te gaan. Snowboarden was zelfs geen Olympische sport, dat is pas halverwege mijn carrière gebeurd en dat was meteen wel een nieuw doel. Er zijn gewoon steeds nieuwe doelen bijgekomen en ik ben daar steeds een beetje mee ingegroeid. Ik ben heel tevreden over wat ik gepresteerd heb, ik heb al meer bereikt dan ik als jong gastje had durven dromen. En als ik terugkijk, heb ik nergens spijt van… (lachend) behalve dan van die drie keer dezelfde trick tijdens die Air & Style.”
Maatschappelijk geëngageerde topsporter
Met je Green Tour zet je je in voor het klimaat, terwijl je ondertussen als professioneel snowboarder de wereld rondreist. Op je Facebook-pagina schaarde je je achter de #blackouttuesday. Heb je met dit maatschappelijk engagement geen schrik voor negatieve reacties?
“Ik weet dat er kritiek zal komen, dat is ook al gebeurd. Je kan niet alles perfect doen. Het is niet omdat je niet alles goed doet, dat je alles slecht doet. Ik besef ook wel dat ik als snowboarder niet de meest ecologische persoon ben en wintersportgebieden zijn ook niet meteen goed voor het milieu. Maar iedereen zet toch stappen in de goede richting: we gebruiken eco-wax waarin fluor verboden is, er worden andere manieren om kunstsneeuw te maken bedacht, er worden meren aangelegd die naast voor kunstsneeuw ook als waterkrachtcentrale kunnen dienen, er komen hybride snowcats en er wordt reeds geëxperimenteerd met elektrische snowcats. De dingen die je zelf goed kan doen, moet je daadwerkelijk goed doen. Er zijn veel kleine dingen die iedereen in zijn leven kan veranderen.”
Met het Green Tour-initiatief wil je de mensen meer bewust maken van wat ze zelf kunnen doen. Jij geeft daarin het goede voorbeeld.
“Ik probeer zo ecologisch mogelijk te leven en daarover te communiceren in de hoop zo anderen te inspireren. Jaarlijks compenseer ik mijn Co2-uitstoot van alle vluchten en autoverplaatsingen via Greentripper. Het plan is om op een zo ecologisch mogelijke manier een van de Greentripper-projecten te gaan bezoeken om zo te tonen waar het geld heen gaat.”
“Wanneer ik reis, probeer ik zoveel mogelijk lokaal te kopen en zo de korte keten te stimuleren. Dat is goed voor de lokale economie en het klimaat. Ik heb zelf al het vliegtuig moeten nemen om ter plaatse te geraken, dan wil ik niet dat de producten die ik consumeer ook nog eens hebben moeten vliegen. Dat doe ik in België overigens ook. Verder probeer ik zo weinig mogelijk afval te produceren en zo weinig mogelijk plastic te gebruiken. Reizen hoort nu eenmaal bij mijn werk. Ik heb een erg goede samenwerking met Škoda en van hen heb ik de afgelopen jaren een auto op CNG kunnen gebruiken. Probleem is dat je in Frankrijk amper stations vindt waar je CNG kan tanken. Binnenkort schakel ik over op een Škoda Octavia IV plug-in hybride. Om naar de bergen zelf te rijden, is het elektrisch bereik natuurlijk onvoldoende, maar alle verplaatsingen ter plaatse of hier in België kan ik natuurlijk helemaal elektrisch doen. Voor mij is dat echt wel handig. Ofwel doe ik korte verplaatsingen ofwel een echt lange rit naar de bergen. Škoda is hier echt wel een belangrijke partner. Ook zij investeren enorm in het verkleinen van hun ecologische voetafdruk, zowel in de productie van auto’s als in het transport ervan. Škoda partnert nu ook met Greentripper. Voor mij is de samenwerking met Škoda en Greentripper dubbele winst: ik verminder mijn eigen voetafdruk en dankzij die samenwerking help ik de voetafdruk van mijn sponsor te compenseren.”
Het is niet omdat je niet alles goed doet, dat je alles slecht doet.
Ambities en toekomst
Ik zie steeds meer poedershots en freeridebeelden van jou opduiken. Er was de expeditie naar Lenin Peak in Kyrgyzië, splitboardtrips… kijken we naar de toekomstige versie van Seppe Smits?
“Mijn belangrijkste doel zijn nu de Olympische Spelen in 2022 in Beijing, maar het is nog afwachten hoe alles zal verlopen. Van de vijf wedstrijden in 2020 blijft nog een over, in Amerika. Maar ook dat is onduidelijk. En als het is om twee weken in quarantaine te zitten, wedstrijd te doen en dan opnieuw in quarantaine te gaan, heeft het ook niet veel zin. Dan verlies je een belangrijke trainingsmaand voor één wedstrijd. In het voorjaar zijn er twee wedstrijden in Europa, twee in de VS en Canada en een in China. Maar zal iedereen naar alle wedstrijden kunnen reizen? Als de volledige wereldtop niet kan samenkomen, lijken me de selecties niet erg fair te kunnen verlopen. We zullen zien hoe het IOC en FIS hiermee omgaan. Ik probeer me nu zo goed mogelijk voor te bereiden op alles wat er eventueel kan komen. Ik moet klaar zijn voor eender welke wedstrijd wanneer dan ook. Het enige plan dat ik nu heb is zo snel mogelijk naar de bergen gaan om te trainen. Freeriden is iets wat me zeer sterk aanspreekt, competitie daarin sluit ik zeker niet uit. Ik ben iemand die graag de wereld ontdekt en als ik dat kan combineren met mijn snowboardpassie – liefst nog ecologisch – dan breng ik alles wat ik wil in het leven bij elkaar. Dat mooi in beeld brengen en daarover communiceren aan een groter publiek is het langetermijndoel. Freeriden is zeker iets waar ik nog verder in wil gaan, mezelf ontdekken, meer ontwikkelen, kennis van bergen, sneeuwcondities, impact op klimaat en op bergen en gletsjers…”
Kortom, we zullen je niet al te snel ergens op een kantoor aantreffen
“Een nine-to-five op kantoor is niets voor mij. Ik moet sowieso iets doen waarmee ik buiten ben en actief bezig ben. Ik heb nog wel wat projecten in het hoofd om samen met RedBull uit te voeren. Wij werken al elf jaar samen en dat is echt een tof partnership. Ik hoop daar zeker nog een paar jaar mee door te gaan en wat knappe dingen voor een breder publiek te kunnen maken.”
Hoe kan Seppe Smits op een hoogtepunt eindigen?
“Nog eens wereldkampioen of Olympisch kampioen worden zou wel tof zijn, maar dat hoeft voor mij geen einde te betekenen. Dat zou niet betekenen dat ik klaar ben met snowboarden. Met deze passie wil ik de rest van mijn leven verder. Of dat nu competitief is of niet, ik wil steeds nieuwe uitdagingen opdoen. Ik ben niet op zoek naar een hoogtepunt om mee te stoppen. Voor mij is puur genieten altijd het belangrijkste geweest. Plezier hebben. Dat lijkt me op alle vlakken in het leven en in al wat je doet het allerbelangrijkste. Dan ben je ook bereid daar de nodige opofferingen voor te maken. Maar zo lang plezier overweegt boven opofferingen ben ik zeker dat ik de juiste keuze heb gemaakt.”
Tekst: Jurgen Groenwals
Dit portret verscheen eerder in Vol. 3 van 100% Snow.