100% Snow

Als je een fervent skitoerder bent, hoor je waarschijnlijk regelmatig praten over de Lyngen Alps of de Lofoten Eilanden in Noorwegen. Deze bestemmingen staan bekend om hun majestueuze landschappen en onberispelijke afdalingen. Er is echter een minder bekend juweeltje, het eiland Senja, dat tussen deze twee eilanden ligt en snel aan populariteit wint onder skiliefhebbers van over de hele wereld. Senja heeft slechts achtduizend inwoners. Dit bergachtige eiland, met een enorme verscheidenheid aan landschappen, wordt vaak vergeleken met een ‘miniatuur-Noorwegen’ en is, ondanks de geografische nabijheid van de Lofoten, een van de best bewaarde geheimen van het land. Samen met vier vrienden – Grégoire, Jérôme, Xavier en Olivier – beslis ik eind april daar mijn skiseizoen af te sluiten.

Medjordvær

Een Belgische vriend, Tim Vanhoutteghem, is al enkele jaren gevestigd op het eiland Senja en organiseert als gediplomeerd instructeur ski- en kajaktochten. Tim neemt de hele organisatie van onze reis op zich, inclusief accommodatie en het inhuren van een lokale gids. Hij belooft ons zelfs een paar dagen mee te gaan skiën. Na een korte tussenstop in Oslo landen we op 21 april op het vliegveld van Tromsø. Het is 22.00 uur en we hebben nog een reis van 3,5 uur voor de boeg naar de kleine vissershaven Medfjordvær – ten noorden van het eiland Senja – ons basiskamp voor het komende avontuur. Overdag kan je deze reis in minder dan twee uur maken, maar ‘s nachts varen de veerboten niet en zijn sommige tunnels gesloten. We maken dus een lange omweg om onze eindbestemming te bereiken. Onze bagage en ski’s zijn verdeeld over twee 4×4 voertuigen, dus ondanks de winterse omstandigheden voelen we ons veilig. Rond 2 uur ‘s nachts arrivereen we aan het einde van een fjord, waar we ons kamp opslaan in een charmant motel aan het water. Ieder van ons heeft een eigen kamer in een prachtige flat. Zelfs in het halfdonker kunnen we de grandioze landschappen al voor ons zien. Helaas is het te laat in het seizoen om het noorderlicht te zien, op het programma staan nog voldoende andere ontdekkingen en natuurwonderen.

Senja Lodge

De volgende ochtend ontmoeten we onze gids, Bent, een Noor die gids is geworden en zich bij Senja heeft aangesloten nadat hij jarenlang in het Noorse leger heeft gediend. Hij heeft ons verschillende keren verteld over zijn ervaringen, vooral in Afghanistan. Hij combineert zijn werk als gids met het ontvangen en onderbrengen van toeristen in zijn lodge tegenover ons motel. Bent is gemakkelijk te herkennen aan zijn fluorescerende kleding, constant gekleed in groen, geel en oranje. Zelfs zijn auto, een oversized SUV op enorme wielen, heeft dezelfde schreeuwerige kleuren en onderscheidt zich duidelijk van de andere voertuigen op het eiland. Ondanks de vermoeidheid van de lange reis, zijn we vastbesloten geen minuut te verspillen en de hellingen van Senja af te dalen, waar verse sneeuw op ons ligt te wachten. Bent vertelt ons dat we veel geluk hebben gehad, want de vorige groep kon bijna niet skiën door de hevige regen. We voelen ons echt gezegend door de berggoden. Sterker zelfs, het weer zal de hele week goed blijven.

Eerste afdalingen

Klaar voor onze eerste tip. Na een reis van twintig minuten stoppen we langs de kant van de weg om de vellen om onze ski’s te doen. De eerste beklimming gaat vlot, ondanks een sterke wind op de top. Gelukkig is de afdaling de moeite waard, met pakweg twintig centimeter verse poeder. Vreugdekreten weerklinken door de vallei, hier in Noorwegen beleven we ten volle onze passie. Na deze eerste afdaling hebben we nog energie overe en zijn we klaar voor een een tweede beklimming. We stappen weer in de auto, volgen Bent’s groene 4×4 en na vijftien minuten rijden stoppen we aan de voet van een nieuw massief waar ons nog een uur klimmen wacht. Iedereen gaat op zijn eigen tempo. Het uitzicht vanaf de top is adembenemend, ondanks het beperkte zicht. De fjorden, de zee, het landschap – het is allemaal prachtig, een beetje surreëel.

De afdaling is pure magie, de sneeuw zacht en licht, en we slalommen tussen de dwergwilgen en berkenbomen door, verwonderd over de schoonheid van deze plek. Ons verblijf in Senja duurt zes dagen en het skiën is dankzij de verse sneeuw simpelweg heerlijk. We maken gemiddeld twee afdalingen per dag, met tussen de 1200 en 2000 meter klimmen per uitstapje. Omdat de afdalingen niet bijzonder steil of technisch zijn, zijn we lichtbepakt met enkel dagrugzakken. Bovendien vertrekken we altijd vanaf zeeniveau en hoeven we niet te acclimatiseren aan de hoogte. In Medfjordvær zijn de activiteiten eenvoudig, maar perfect voor ons. We skiën, genieten van de plaatselijke sauna, sommigen van ons wagen zich aan een duik in het ijskoude fjord, genieten van de heerlijke maaltijden in het plaatselijke restaurant en brengen onze avonden door met kaarten. ‘s Ochtends, als we op onze ski’s vertrekken, komen we Poolse toeristen tegen, met grote rubberlaarzen en olievellen aan, op weg om een dagje te gaan vissen. Het is een surrealistisch tafereel in het hart van het wilde Noorwegen.

Segla en Snaufjellet

Ik kan niet in detail treden over al onze ski-uitstapjes – er waren er te veel – maar twee in het bijzonder springen er voor mij uit vanwege de schoonheid van het terrein.

De eerste brengt ons naar de voet van Segla, een indrukwekkende berg die de bijnaam ‘het zeil van Senja’ heeft en 640 meter hoog is. We vertrekken vanuit het mooie vissersdorpje Fjordgard. Het doel is niet de top van Segla, maar alleen de rand van de klif waarop hij rust. Tijdens de door Bent uitgestippelde beklimming kan ik het niet helpen om verlangend naar deze enorme, haaienvinachtige top te staren. Ik zie twee kleine, zeer steile en smalle gangen vanaf de top. Plotseling zie ik een skiër een reeks kleine sprongbochten maken, typisch voor steil skiën. Ik kijk verbaasd toe, maar ik weet niet of ik zo’n steile helling wel aankan. Afgezien van de helling, is het de krapte die me zou tegenhouden. Een paar dagen later verneem ik vernemen dat deze bijzonder gewaagde skiër niemand minder was dan Tim Vanhoutteghem. Hij heeft zijn Belgische vrienden meegenomen naar de top van Segla, waaronder enkele leden van Mount Coach, een zijtak van de Vlaamse klimfederatie, die trainingen voor alpinisten verzorgt. Eenmaal boven stoppen we om foto’s te maken van Segla, wandelen langs de klif en halen de vellen vanonder onze ski’s op een richel bij de col net voor de klim naar Hesten. Het uitzicht is adembenemend, omringd door fjorden en Segla die majestueus boven ons uittorent. We genieten een paar lange minuten van het uitzicht voordat we met een snelheid van mach 3 afdalen naar Fjordgard. 

De tweede tocht die veel indruk op me maakte, was die met Tim, vanuit zijn dorp Skaland, veertig minuten van Medfjordvaer. Tim is in topvorm en laat ons graag, samen met Bent, een van de mooiste toppen van het eiland zien: de 755 meter hoge Snaufjellet. Dit wordt het enige uitstapje van de dag, maar het wordt een lange en de moeite waard. We klimmen een uur voordat we afdalen naar de voet van Lutnespurka, waarvan we de bergkam beklimmen met ski’s op onze rug en stijgijzers aan onze voeten. Dan is het een steilere klim naar een bergkam, die we langzaam beklimmen. Het is langs alle kanten prachtig. We hebben nog steeds de steilste klim voor de boeg, maar we stellen ons het uitzicht op de top al voor en voeren het tempo op. Op de top van Husfjellet is de beloning daar: een 360° panorama over de bergen, de zee en de fjorden. Er zijn geen woorden om het te beschrijven. We nemen wat foto’s, eten een hapje en genieten van een knappe afdaling. De groep is in de wolken en we bedanken Tim en Bent. Wat een dag!

Senja heeft onze harten veroverd, de sneeuw en het weer zijn perfect, en we hebben het met z’n vijven geweldig naar onze zin, net als met onze gastheren. Dit eiland is gewoonweg prachtig. Het is nog steeds erg wild, maar het is zeker voorbestemd om de plaats van Lofoten in te nemen in de harten van veel skiërs en avontuurlijke fans.

Tekst: Dimitri Papageorges

Foto’s: Dimitri Papageorges, Jérôme Hoquet en Bent Eilertsen/Senja Lodge @ Mountaininguides