100% Snow

Het sneeuwt hard. Erg hard. Het is laat op de avond en donker. Erg donker. De chauffeur die ons in zijn 4×4 dwars doorheen het bos over ondergesneeuwde wegen naar ons hotel brengt, ziet er geen graten in. “No problem, no problem”, zijn kennis van de Engelse taal is eerder beperkt, onze kennis van het Sloveens helemaal onbestaande. Eerder lieten we onze huurauto achter op de laatst bereikbare parking om vervolgens de laatste kilometers bospad af te leggen.

We zijn te gast in Slovenië. En het hotel waar we ons een weg naartoe ploegen, bevindt zich ergens halverwege de pistes van het skigebied van Krvavec. Het plan voor de volgende dagen is een roadtrip doorheen dit prachtige land te maken. En in de sneeuw te spelen, natuurlijk. Slovenië is een relatief jong land. Voor de onafhankelijkheidsverklaring op 25 juni 1991 maakte het deel uit van het voormalige Joegoslavië. Die onafhankelijkheid werd gevolgd door de Tiendaagse Oorlog. In tegenstelling tot vele andere deelstaten in het voormalige Joegoslavië verliep de onafhankelijkheid van Slovenië, mede door grote internationale sympathie, zonder al teveel bloedvergieten en geweld. Op 7 juli werd het akkoord van Brioni getekend waarmee de oorlog ten einde kwam. Drie maanden later verlieten alle vreemde troepen Slovenië. Economisch was Slovenië steeds op West-Europa gericht, wat het binnen het voormalige Joegoslavië een van de meest welvarende deelstaten maakte. Sinds 2004 is Slovenië lid van de Europese Unie, in 2007 werd de euro ingevoerd. Zo ben je helemaal mee met de officiële versie van het ontstaan van Slovenië. Wij houden echter veel meer van de legende achter de ontstaansgeschiedenis. Bij het creëren van de wereld, kreeg elk land een stukje van zichzelf. Sommige landen kregen bergen, andere kregen zeeën en meren, nog andere werden voorzien van velden, bossen of wouden. Het kleine Slovenië werd bij de bedeling echter over het hoofd gezien. Uit medelijden kreeg Slovenië een deeltje van alles. En zo komt het dat Slovenië een klein, dichtbebost en bergachtig land is aan de zuidrand van de Alpen met een kleine kuststrook aan de Adriatische Zee. Als wintersporter richten we onze blik op het noorden van het land: Karawanken, Kamnische en Julische Alpen zorgen voor de wintersportgebieden. 

Dat slechte weer van de avond voordien heeft niet meteen plaats geruimd voor een fris, fruitig zonnetje. Door het raam van mijn kamer zie ik niets, een dik pak sneeuw belet ook maar enig zicht. Dat raam bleef overigens geopend gedurende de nacht. Dat zorgt meteen ook voor een leuk laagje sneeuw in de kamer. Het sneeuwt nog steeds. Wind aan orkaankracht maakt er verder een behoorlijk guur sfeertje van. En neen, de weersvoorspellingen hebben geen beterschap in petto. Samen met Bine, de verantwoordelijke van het funpark, gaan we op verkenning. Met dertig kilometer pistes, een kabelbaan en tien liften is Krvavec een van de grootste skigebieden van Slovenië. De afdalingen – tussen 1971 en 1450 meter hoogte – zijn gevarieerd, de pistes zijn, ondanks de moeilijke weersomstandigheden, prima onderhouden. Bine toont ons ‘zijn’ funpark en smijt er meteen een aantal tricks achteraan. Ondertussen wakkert de wind nog harder aan. Het groepje kinderen in de zetellift voor ons, wordt letterlijk terug op hun plaats geblazen. En de lift die ons naar de top van het skigebied moet brengen, blijft begrijpelijkerwijs gesloten.

Even spelen we met de idee om naar Zvoh, met 1971 meter het hoogste punt van het skigebied, te stappen. Een plan dat we – wegens nog guurder weer op komst – toch maar laten varen. Het gebouw van de radio en televisie is een opvallend baken in dit overigens heerlijk mooi, natuurlijk decor. Bine weet nog wel een leuke afdaling aan de achterkant van dat gebouw liggen. Een vrouw steekt haar hoofd door het raam om ons te waarschuwen dat de sneeuw daar echt wel heel erg dik ligt. Dank voor de tip, maar ondertussen staan we er ongeveer tot ons middel in, dat hadden we reeds zelfs ondervonden.

Honderd dagen skipret

Dertig kilometer pistes verkennen duurt natuurlijk ook weer niet zo heel erg lang. We doen nog een passage doorheen het kids funpark, waar de toekomstige Sloveense freestylers worden klaargestoomd en schuiven onze benen onder tafel in hotel/restaurant Krvavec, waar een copieus middagmaal op ons wacht. Luka Vrančič, sales director van het skigebied, is onze gastheer. “Krvavec is nu voor de tweede keer op rij verkozen als beste Sloveense skigebied op de World Ski Awards. Daar zijn we best trots op. We doen er dan ook alles aan om het de wintersporter zoveel mogelijk naar zijn zin te maken. Zo hebben we een partnership met Rogla waardoor je met een skipas in beide gebieden terecht kan. Onze kunstsneeuwinstallaties garanderen dat er minstens honderd dagen per seizoen geskied kan worden.” Wijn en schnapps vloeien rijkelijk en er wordt ons een massa voedsel voorgeschoteld. Met zowel maag als hoofd redelijk gevuld, maken we ons klaar voor een introductie in het snowbiken.

De monitor van Label Agency spreekt vloeiend Engels, heeft er een professionele internationale carrière als freestyle-skiër opzitten en leert ons snel de kneepjes van het vak. Erg moeilijk is het niet, dikke pret is het wel. Luka Vrančič: “Door het opzetten van allerhande nevenactiviteiten proberen we ook de niet-hardcore wintersporter te verleiden. En dat werkt. We zien veel gezinnen langskomen waarvan de kinderen les nemen, de skiërs zich op de pistes uitleven en de niet-skiërs zich amuseren met de randactiviteiten.” Veel Britten merken wij op. Luka: “Tja, Krvavec ligt slechts acht kilometer van de luchthaven en vanuit Londen is het maar twee uur vliegen. Het bier is hier goedkoop, dus we hebben wel wat Britse feestvierders die er een winters party-weekend van maken.”

Verleidelijk Ljubljana

Je kan niet om Slovenië heen zonder even bij hoofdstad Ljubljana stil te staan. Pas sinds de onafhankelijkheid in 1991 werd Ljubljana de hoofdstad en dat heeft zo zijn gevolgen. Ljubljana is klein, gezellig en compact. Flatgebouwen en auto’s zijn er uit den boze. Verkeersvrije straten, bezienswaardigheden op loopafstand, de bruggen en de kade langsheen rivier Ljubljanica, stokoude kroegen en charmante restaurants, Ljubljana is een charmant bruisende stad waar vele steden een voorbeeld aan kunnen nemen. De klim naar Ljubljana Grad, het kasteel dat boven de stad uittorent, is beslist de moeite.

Ook tijdens de winter komt men in Ljubljana massaal naar buiten. Er wordt langsheen de oevers van de rivier geflaneerd, toeristen poseren op de Drakenbrug en de ‘Drie Bruggen’, het Prešerenplein, de Jugendstil-huizen, de Sint-Nikolaaskathedraal, … De sfeer is relaxed en aangenaam. In Movia proeven we van de heerlijkste Sloveense wijnen, In TaBar van Sloveense tapas. Ljubljana is overigens vlot bereikbaar. Anderhalf uur vliegen en vijfentwintig kilometer auto later ben je al ter plaatse.

De bergen van Julius Caesar

Met de auto doorheen Slovenië rijden geeft je een soort van natuurdocumentaire-gevoel. De natuur is overweldigend prachtig. En ook al is het weer spelbreker en worden veel van de prachtige panorama’s grotendeels aan het zicht onttrokken, toch is het volop genieten. Spreek je over het weer en de natuur met Slovenen, dan krijg je al snel het verhaal van de winter van 2014 te horen. Aanvankelijk werd er vooral heel erg veel neerslag en zware sneeuwval voorspeld. Dat bleek ook te kloppen maar al gauw kondigde zich een bijzonder weerfenomeen aan. Koude en warme luchtstromen mengden zich waarbij de lucht in bovenste lagen warmer was dan de lagergelegen lagen. Dat leidde tot enorm veel regen die bijna meteen bevroor. In de bergen sneeuwde het, maar de ‘freezing rain’  vernielde zo hele bossen, spoorwegen, auto’s, elektriciteitscentrales. Omgevallen en ontwortelde bomen zijn tot op heden nog steeds stille getuigen van deze natuurramp.

Het landschap is veranderd. We zetten koers richting Kranjska Gora en rijden zo de Julische Alpen binnen. Het was Julius Caesar die zijn naam ontleende aan dit indrukwekkende bergmassief. De bergtoppen zijn steil en lijken wat op de Dolomieten. De Julische Alpen scheiden Slovenië van Italië. Langs de andere kant van de weg kijken we naar de Karawanken, de bergketen die de grens met Oostenrijk vormt. De Vršič-berpgas, die Kranjska Gora met Trenta verbindt, is in de winter afgesloten. Daarvoor ligt er veel te veel sneeuw. Toch heeft deze bergpas, en bij uitbreiding de regio’s langs beide kanten ervan, de Sloveense geschiedenis mee getekend. De bergpas kreeg niet zomaar de naam ‘Russische weg’ mee. Langs de andere kant van de pas ligt immers de Soča-vallei, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog een felle en langdurige strijd werd uitgevochten. Omdat het niet vanzelfsprekend was soldaten in de Soča-vallei te krijgen, besloot het Oostenrijkse leger een bergweg over Vršič heen te bouwen. Hiervoor werden Russische krijgsgevangenen ingezet. In maart 1916 toonde de natuur zich echter van haar meest ongenadige zijde. Op de helling van Mojstrovka vond een enorme lawine plaats waarbij ongeveer driehonderd mensen, het merendeel Russische gevangenen, het leven lieten. De Russische kapel, een van de meest allochtone religieuze gebouwen in Slovenië eert de vele slachtoffers.

Een snuifje Sovjet-stijl

Kompas Hotel is groot en druk, het doet ons wat aan een ver verleden Sovjet-stijl denken. Maar de kamers zijn uitstekend en het eten overvloedig. Wie wil, kan meteen gaan skiën. De pistes van Kranjska Gora zijn immers verlicht en ook ’s avonds geopend.

Misschien zegt de naam Kranjska Gora je wel iets. Hier wordt immers bijna jaarlijks tijdens de Vitranc-trofee op het allerhoogste skiniveau om de punten gestreden. Dit jaar was het de Oostenrijkse Marcel Hirscher die de slalom won en zo zijn zevende allround wereldtitel veiligstelde. De voorbereidingen voor de wereldbekerwedstrijd zijn in volle gang wanneer wij de lift uitstappen. Podia worden gebouwd, de piste wordt klaargemaakt. In de voormiddag trainen de jongeren reeds met een rotvaart over die piste. Na de middag wordt ze ook voor de gewone sterveling vrijgegeven. Het blijft toch kicken om even je kunnen te meten op een heuse wereldbekerpiste. Kranjska Gora is een klein maar wel fijn skigebied. De sneeuw ligt er, eind februari, metersdik. En neen, voor hen is dit geen uitzonderlijk sneeuwrijke winter. Het skigebied hebben we na een dagje wel helemaal gezien. Ons plan om te gaan toeren op de Vršič- bergpas en daar van de omringende backcountry te genieten, moeten we echter al snel opbergen. Het lawinegevaar is te hoog en de weersvoorspellingen zijn te slecht om je aan een heus offpiste-avontuur te wagen. Dan maar flaneren in het rustige en wat middeleeuws aandoende dorpje. Kraampjes hebben onder de kerktoren hun plaatsje in de sneeuw gevonden. Er heerst een gezellige winterse drukte. De plicht roept echter. We worden alweer op onze volgende bestemming verwacht. Met het meer van Bohinj en het skigebied van Vogel komt het eind van onze trip in zicht. 

Met zicht op het meer

Het meer van Bohinj is het grootste van Slovenië en ligt netjes in het befaamde nationaal park rond Triglav, de hoogste berg van Slovenië. Het is valavond, er hangt een vreemd soort mist die het meer een mysterieus spookachtig beeld meegeeft.

We ontmoeten, Grega Šilc, eigenaar van Hike and Bike en van de bijzonder charmante chalet in Stara Fuzina waar we onze intrek nemen. Diezelfde avond heeft Grega in het natuurcentrum van Bohinj een filmavond vol wintersportactie georganiseerd. De zaal zit goed vol, de Glühwein smaakt Sloveens, de hapjes evenzeer. Onze eerste dag in Vogel is er eentje van bijzonder veel mist. En van bittere koude. We zien – letterlijk – geen hand voor ogen. In de authentieke en traditionele Merjasec-hut genieten we van – alweer – een copieuze en heerlijke maaltijd. De eigenaar van de hut maakt ons met handen en voeten duidelijk dat het skigebied van Vogel ‘echt waar, eerlijk, geen woord van gelogen, het mooiste van heel Slovenië’ is en dat de uitzichten fantastisch mooi zijn. Voorlopig doen we het met afbeeldingen aan de muur en zijn overtuigingskracht. Maar kijk, zijn overtuiging heeft de mist weggedreven. De zon schijnt, als keerzijde is het echter bitter- en bitterkoud en heeft een snijdende, gure wind vrij spel in het skigebied. De sneeuw is prima en overvloedig, de pistes ook (maar dan minder overvloedig). In de diepte glinstert het meer van Bohinj, in de verte staart Triglav majestueus over ons uit. Op de trage liften bevriezen we helemaal, de afdalingen daarentegen zijn heerlijk. De freeride-stukjes zijn gemakkelijk bereikbaar en op de pistes hebben families en kinderen het uitstekend naar hun zin. Sportievelingen wandelen de hele weg naar boven, in hun rug een immer prachtig zicht op een spookachtig meer. ‘Als een sprookje’, zo laat de slogan van Vogel zich vrij vertalen. Wel, daarin kunnen wij ons nu eens helemaal vinden. De natuur, de bergen, het meer, … het is adembenemend mooi.

Partizanenstrijd

Onze laatste stop heeft niets met wintersport te maken. Vooraleer we het vliegtuig opstappen, nemen we de afslag naar het geheime Partizaner-oorlogsziekenhuis, Franja. Verscholen diep in het woud en slechts bereikbaar na een pittige wandeling door de nauwe Pašica-kloof komen we in het verborgen hospitaal. Om zwaargewonde soldaten te kunnen blijven verzorgen, begonnen in 1943 de Sloveense Partizanen met de bouw van het hospitaal. De kloof wordt almaar nauwer, de weg steeds steiler en moeilijker toegankelijk. Een reeks bruggetjes over de rivier leidt ons uiteindelijk naar een serie van houten gebouwen die dienst deden als het Partizaner-hospitaal. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werden hier bijna duizend gewonden verzorgd. Duitse patrouilles trachten regelmatig het ziekenhuis te vinden en te vernietigen, maar slaagden daar geen enkele keer in. ‘Partizanska vojna bolnica Franja’ is een cultureel monument van nationaal belang, het staat op de voorlopige lijst van UNESCO-Werelderfgoed. Een overstroming in 2007 veegde het hele ziekenhuis bijna van de kaart. Het werd gerestaureerd en is tot heden nog steeds een symbool van internationale alliantie en weerstand. 

Slovenië heeft indruk gemaakt. Als je van ongerepte natuur en een rijke geschiedenis houdt, is deze ongeslepen diamant een absolute aanrader. De skigebieden zijn klein, de sfeer opperbest, de mensen vriendelijk. En zowel de familie met kinderen als de fervente skiër of snowboarder – zowel op de pistes als ver weg in de totaal verlaten backcountry –  komt hier meer dan een beetje aan zijn trekken.

Dit artikel verscheen eerder in Vol. 1 van 100% Snow.
Foto’s: Thomas De Boever